waterkeering. Zulk een houten damsluis kan men hier
en daar in het Zuid-Hollandsche polderland zien. Een
ongeschonden steenen damsluis is te Edam te zien. Het
ruime plein op die brug-sluis te Edam heet daar dam,
evenals het aangrenzende plein. Zoo is het ook te Am
sterdam gegaan. Het aangrenzende plein heette oudtijds
die Plaets, de gerechtsplaats, doch later Dam en nu de
Damsluis weg is, werd de naam bewaard in het plein,
den Dam. Want de Damsluis is echt weg, heelemaal weg.
In 1916 hebben we haar nog gezien, met de houten
sluisdeuren erin, toen op de plek waar nu het Dam-
plantsoen is, een groot gat gegraven werd voor een
bouwwerk. Toen is de Damsluis, althans wat ervan in
den bodem bewaard gebleven was, geheel weggesloopt.
De bouwerij kwam echter niet verder dan eenige ge
heide palen en toen ging 't gat weer dicht en de dam
sluis die er onzichtbaar tevoren nog was, is nu weg.
Van Hartoghvelt heeft die Damsluis niet mooi getee-
kend, net of 't een vlak plein is. Dat deed later Cornelis
Anthoniszoon beter, doch daarvoor was hij ook een
groot kunstenaar.
De haven, het rak denk aan Skagerrak heette naar
dien dam het Damrak en de binnenhaven achter de Dam
sluis, meer inwaarts het rak-in, het Rokin.
Ter weerszijden van de haven liepen de verhoogde ri
vierdijken, die zich naar West en Oost ombuigende, aan
sloten op de dijken van het diep inloopende Y en op den
dijk langs de Zuiderzee. Hoe lang moet het wel geleden
zijn, dat deze dijken gemaakt zijn. Want Amstelland
was niet bewoonbaar zonder de dijken langs de zee en
langs het Y, dat nu binnenzee was. Ongetwijfeld moe
ten ze er in het jaar 1000 lang en breed gelegen heb
ben.
Hoe is het anders mogelijk dat er in het jaar 1247 een
Amsterdamsch schip in de haven van Lübeck vertoef
de11) en dat in 1275 Amsterdam reeds zulk een belang
rijke havenstad was, dat zij aan den Heer van het land
14