de werkelijkheid ervan biedt. We zien eerst dat de kaart
is geteekend met het Noorden schuin omlaag, in tegen
stelling met hedendaagsche kaarten, die steeds het Noor
den naar boven hebben. Dit laatste deed men oudtijds
niet. Wanneer men een stad teekende die aan zee of aan
een rivier gelegen was, teekende men de stad in vogel
vlucht, met op den voorgrond het belangrijkste, de le
vensader, de haven met de schepen. Deze wijze van tee
kenen heeft Christoffel ongetwijfeld afgekeken van Cor-
nelis Anthoniszoon, doch hij vergat den Noordpijl erbij
te zetten. Op den voorgrond staat in het water T Y, dus
het Y, niet het IJ. 9) Want Y behoort bij ie en ie is water,
denk slechts aan het dorp benoorden Amsterdam gele
gen, dat Middelie heet omdat het midden in het water
lag. De rivier die in het Y uitmondt heet Amstel, dat
water beteekent, zooals de rivieren de Aa, de Eem bij
Amersfoort, de Angstel, waarbij Edam tevens duidelijk
wordt. A, E, I is water, ook O, het Fransche eau. Am
sterdam was dus wel een waterstad bij uitnemendheid.
Om nu den toevloed van water uit de haven, die zoo maar
met de Zuiderzee en de Noordzee in open verbinding
stond, te beletten den Amstel in te dringen, en heel
Amstelland blank te zetten, werd dwars in de rivier een
dam gelegd. Dat liet in 1240 Gysbrecht III, Heer van
Aemstel, doen.10) Wat is de juiste beteekenis van een
dam? Een brug gaat over een rivier, is - althans in oud-
Amsterdam van hout. Een dijk is een doorloopende
wal van klei, doch een dam is heel iets anders. Eerst
werd het water afgedamd, afgesloten door een tijdelijken
dijk aan beide zijden, iets wat men nu doet met houten
of ijzeren damwand. Dan werd in het midden van den
drooggelegden fundeerput een sluis gemaakt met houten
later steenen wanden en met sluisdeuren en daar
over een baksteenen gewelf geslagen en werden de land-
hoofden voorzien van houten later steenen - keer-
muren. Zoo verkreeg men een damsluis, een samenvoe
ging van een steenen brug, een onderdoorvaart en een
13