fSMTEOJffl 94 zelfde die de spits van den Oudekerkstoren ontwierp. Zie de Roever, genoemd onder noot 23. 2T) In den topographischen atlas van den schrijver, uniek blad. Beschreven bij D'AILLY, Catalogus van Amsterdamsche platte gronden, 1938, No. 119. 28) Boek van Hendrick de Keyser van Mej. Dr. E. NEURDEN- BURG. 2B) Voor deze gebeurtenis zie Jaarverslag van de Yereeniging Hendrick de Keyser, 1921. 30) Studie over de kaart van Balthazar Florisz van Berckenrode door A. E. D'AILLY in 29ste Jaarboek 1932 van Amstelodamum. sl) Voor den bouw en de lotgevallen van 't stadhuis zie: A. W. WEISSMAN, Het stadhuis van Amsterdam, 1914. 32) Catalogus D'AILLY no. 163, de herdruk no. 216. Voor de be schrijving zie: Dr. P. Scheltema, Aemstel's oudheid, 1872, dl. VI, blz. 85. 33) JAN TER GOUW, Amsterdamsche kleinigheden, Wandeling in Amsterdam, Oorsprong der namen, Nacht en morgenrood, Amsterdamsche tafereelen en vele andere, verschenen tusschen 1859 en 1882. De gevelsteen aan den Dam hoek Damrak. De omslag en vignetten zijn naar teekeningen van A. J. TH. KOK. 26 - 1 f 1941

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1941 | | pagina 103