DE BOUWWERELD
-VIERDE „HEEMSCHUT'-NUMMER 1993
XXIIE JAARGANG No. 36
5 SEPTEMBER 1923
RED.: A. W. WEISSMAN. AMSTERDAM. UITGEVER; F. VAN ROSSEN
DE ST. PIETERSBERG BIJ MAASTRICHT
ÖIJp|f|et„Handelsblad''gafonlangseen beschouwing
aflsSlli over vernie'en van den Si. Pietersberg
MKQPH bij Maastricht, welke beschouwing ons zeer
belangrijk schijnt, waarom wij haar hier
overnemen. Wij kunnen er, dank zij de welwilienheid
der redactie van het „Handelsblad", twee afbeeldingen
bijvoegen.
Wie heeft niet gehoord van Zuid-Limburg's heerlijke
dreven, van zijn dichtbegroeide heuvels, van de prachtige
vergezichten, die van de toppen der heuvels te ge
nieten vallen, heel, heel ver weg in het wazig verschiet,
waar de blik reikt soms tot over de grenzen? Wie
heeft dan niet de talrijke kerktorens geteld, die hun
spitsen boven het land uit de lucht inpriemen en wie is
niet bekoord door de pittoreske schoonheid van het
immer wisselende landschap, waarin de hel wit en
rood gekleurde woningen tegen hun achtergrond van
groen zoo fleurig uitkomen? Wie, die de oude, roman
tisch gelegen Maasstad bezocht, heeft niet gehoord
van dien mooien St. Pietersberg, in welks koele onder-
aardsche gangen het zoo heerlijk is eens een tocht te
maken en te genieten van al die voorwereldlijke schatten,
daar opgehoopt in een museum in den berg zelve?
Wie hoorde nooit van „Slavante", van de ruïne
„Lichtenberg", „Zonnenberg", het kasteel „Caestert",
even over de Belgische grenzen gelegen? Viel er ooit
mooier vergezicht te genieten dan van den omgang
van het idyllisch gelegen ,;CMIet" dat een blik geeft over
de Maasvallei, het kasteeltje den „Houweerd", de dorpen
Heer, Keer, Gronsveld, Eijsden, Petit-Lanaye en Grand-
Lanaye aan den Belgischen kant der Maas, ja zelfs tot
in het kolenbekken van Luik en het plateau van
Argenteau
Al dat natuurschoon wordt nu bedreigd, doordat
men het grootste gedeelte van den St. Pietersberg
systematisch wil afgraven, ten behoeve van een Bel
gische cementfabriek. Een zeer groot gedeelte, een
enorme hap van duizenden M3., is reeds in den berg
uitgehakt, juist op het mooiste punt, tusschen het
Chêlet en de ruïne Lichtenberg. Met sterke arbeids-
ploegen, voorzien van de meest moderne hulpmiddelen,
wordt dag aan dag gewerkt aan de vernieling van dit
schitterend natuurmonument. Heel veel is er reeds in
bladen en tijdschriften over geschreven, de afkeuring
over wat hier reeds vernield is en nog dreigt vernield
te worden is algemeen.
Het is al bijna vier maanden geleden, dat het 19e
Nederlandsche Natuur- en Geneeskundig Congres, dat
te Maastricht, vergaderde, bij acclamatie een motie
aannam, waarin met groot leedwezen werd geconsta
teerd, dat de afbraak van den St. Pietersberg een
onrustbarenden voortgang had genomen. Die motie is
ook aan de Regeering en de Tweede Kamer gezonden.
De medewerking van provincie en de gemeente Maas
tricht werd gevraagd om dat onheil te verhoeden. Die
beide bestuurlijke lichamen hebben aan de regeering
vertoogen gezonden van dezelfde strekking als bedoelde
motie, doch tot nu toe blijft de regeering doof en
wordt er niets gedaan om den voortgang van de
vernieling te stuiten.
Het eenige resultaat wat bereikt werd, was, dat de
Belgische Maatschappij beloofde, dat alle archeologische
en prae-historische vondsten, versteende overblijfselen
van voorwereldlijke dieren, aan Rector Cremers, den
conservator van het Museum voor Natuurlijke Historie
alhier zouden worden gezonden. In de praktijk heeft
die belofte echter niet de minste waarde, als men weet
op welke wijze die mergelgroeve wordt geëxploiteerd.
Langs den lagen kanaaldijk (de weg langs het kanaal
tot aan de Belgische grens) is ter hoogte van den
Rooden Haan een machineloods of krachtcentrale ge
bouwd, die zorgt voor het electrische licht, de regeling
van het water, het comprimeeren van lucht, enz. Met
die gecomprimeerde lucht worden pneumatische boren
in werking gebracht, waarmede overal in den bergwand
gaten worden geboord, waarin dynamietpatronen tot
ontploffing worden gebracht, zoodat alles wat zich
op vóórhistorisch gebied nog tusschen de mergel en
vuursteenlagen mocht bevinden, onherroepelijk wordt
vernield. Tegen de moderne springmiddelen is het
gebeente van den zwaarsten mastodont of den grootsten
mososaurus niet bestand. En dan werd er nog wel
beloofd, dat geen belangrijke vondsten door onoordeel
kundige behandeling voor de wetenschap verloren
zouden gaan. Door een wijze van bewerking als boven