m
m
1;
DE BOUWWERELD.
257
In het „Handelsblad" schrijft de onvermoeide strijder
Henri Polak een artikel „De bedreiging van het Gooi".
Wij nemen het slot daarvan over, in de hoop, dat al
onze lezers den daar gegeven raad zullen opvolgen.
Velen willen deze spoorlijnen niet, omdat er noodeloos
schoonheid zal vernietigd worden. Anderen willen ze
niet, omdat de aanleg en exploitatie geldverspilling
zullen zijn. Een derde groep is er tegen om beide
redenen tegelijk.
Laten allen er zich dus tegen verzetten, nu, dadelijk,
per brief aan den Minister van Waterstaat.
Misschien dat hij in een geweldigen stapel bezwaar
schriften rugsteun vindt, voldoende om staande te
blijven tegenover den wil der directie van de Neder-
landsche spoorwegen, van welke het Nederlandsche
volk zich toch niet alles behoeft te laten welgevallen.
DE KERK TE KORTENHOEF
ie van Vreeland naar Hilversum gaat ziet
de kerk te Kortenhoef zooals wij haar hier
afbeelden. Dit schilderachtig gedenkteeken
verkeert echter in een zeer slechten staat.
De toren, een werk uit de vijftiende eeuw, wordt
thans door den architect A. A. Kok hersteld, met
steun uit de openbare kassen.
De kerk zelve is echter ook bouwvallig. Haar koor,
dat den stijl der vijftiende eeuw vertoont, kan hersteld
worden, maar haar schip, dat in de zeventiende eeuw
veranderd werd, staat op invallen. Dit schip zal geheel
vernieuwd moeten worden.
Er heeft zich een Commissie gevormd, die wil
trachten, de gelden voor het herstellen der kerk noodig,
bijeen te brengen, om den heer Kok ook hier de
noodzakelijke werkzaamheden te kunnen doen ver
richten. Deze Commissie bestaat uit de heeren J. de
Kloet, President-Kerkvoogd, Ds. J. van Bruggen,
Predikant en Warmolts, Burgemeester, met als
Penningmeester den heer P. van den Broeck, allen
te Kortenhoef.
Wij hopen, dat de Commissie in haar pogen zal
slagen en steunen gaarne haar verzoek, om voor het
herstellen der kerk bijdragen te mogen ontvangen, die
de heer P. van den Broeck gaarne tegemoet ziet.
Binnenkort hopen wij een studie van den heer
A. A. Kok over het gedenkteeken en zijn herstelling-
op te nemen.
8
m 11 11