132 DE BOUWWERELD. niet kunnen geven wat wij door het verdwijnen der oude moeten missen. Wel zullen van eenige der slachtoffers mooie rechte gedeelten worden uitgezaagd en ais banken langs den weg worden ge plaatst, maar de vernedering is groot. Een gehalveerde laan is geen laan meer, heeft geen bekoorlijks meer. De rest mag nu ook verdwijnen. Dat heeft dan nog dit voordeel, dat de schoollokalen langs den weg licht en lucht krijgen, dat een beplanting van het terrein langs de school niet verkwijnt onder de nu nog staande boomen Wat de aardige ingang van het dorp verloren heeft in zijn linden- laantje moet men trachten te vergoeden door een beplanting van dit strookje schoolterrein. Onze gemeentelijke kweekerij is goed voorzien van allerhande heesters en struiken, graszoden heeft de gemeente nog eenige mifüoenen op het terrein voor het raadhuis en gemeentenaren, die de verbetering op prijs zullen stellen, bij duizenden. Het Roomsche kerkgebouw. Voor de Vereeniging „Geloof en Wetenschap" te 's Hertogenbosch heeft de heer H. Thunnissen, B. 1-, een voordracht gehouden over: „Het Roomsche kerkgebouw in den tegenwoordigen tijd". De spreker begon met een kort historisch overzicht van de ontwikkeling der bouwkunst; achtereenvolgens behandelde hij de Grieksche en Romeinsche bouwkunst en de in de eerste eeuwen op de klassieke bouwkunst steunende Christelijke kunst. Terloops wees spreker er op, dat de verschillende stijlvormen getuigen van het verschil in godsdienst en leven bij de bouw meesters. Als voorbeeld van den Gothischen stijl noemde spreker o. a. de Nötre Dame van Amiéns; de karakteristieke eigenschappen van de Gothiek werden in het kort uiteengezet en daarna die van den Renaissance-stijl. De Barokstijl, grootsch en monumentaal, opgekomen als eene reactie tegen de kilheid van het Protestantisme, opende een ruim studieveld voor de beoefenaars der bouwkunst; hij is gegrond op het denkbeeld, dat er overeenstemming be hoort te bestaan tusschen het gebouw en de omgeving waarin het geplaatst wordt. Tot de moderne kerken komend, merkte spreker vooraf op, dat wij thans in een geheel anderen tijd leven en ons anders uitdrukken, dan de bouwmeesters in vroegere eeuwen. Tegenwoordig moet er vlug en goedkoop gebouwd worden; n 1 a 2 jaar wenscht men een kerk gereed te hebben. Hoewel de moderne bouwmeester niet in historischen stijl kan bouwen, zonder zijn persoonlijkheid prijs te geven, toch kan hij bij de uitvoering van zijn werk rekening houden met de lessen der historie. Meer dan in vroeger tijden wordt er in de laatste jaren de nadruk op gelegd, dat men kerken moet bouwen, die overzichtelijk zijn en waarin het licht van alle kanten ruim kan invallen. Te onderscheiden vallen vier hoofdgroepen of hoofdtypen, die desverlangd te verbinden zijn. Het eerste hoofdtype is de „centraalbouw", welk systeem er op berekend is, dat iedereen, die in de kerk aanwezig is een vrij gezicht op het altaar heeft, om de liturgische plechtig heden zoo goed mogelijk te kunnen volgen. Door verschillende Hollandsche architecten werd reeds, en wordt nog, dit type gevolgd. Het tweede type wordt genoemd de „langkruiskerkbouw". Een voorbeeld hiervan is de door den architect Buskens te Rotterdam gebouwde Mathenesserkerk. Het derde type is de .kapelkerk" en als vierde noemde spreker het zoogenaamde „constructieve systeem", volgens hetwelk het kerkgebouw door lichte zuilen gedragen wordt, zoodat het gezicht op het altaar zoo weinig mogelijk wordt belemmerd. De soort der materialen, bij de kerken gebruikt, is voor den bouwtrant van groote beteekenis; een groote invloed heeft hierop uitgeoefend de aanwending van gewapend beton. Dit nader uiteenzettend wees spreker er o. m. op, dat hierdoor tegenwoordig constructies te maken zijn, die in vroeger eeuwen onmogelijk waren. Tot de karakteristiek van de moderne kerk komend, merkte spreker op, dat na de emancipatie der Katholieken, als gevolg van het herstel der bisschoppelijke hiërarchie in ons land, de bouwmeesters niet steunen konden op de profane kunst om zich heen. De jonge meesters mochten van den beginne af bij hun plannen grooten steun ondervinden van Mgr Schaepman, den eersten aartsbisschop na het herstel der hiërarchie, en van diens begaafden leerling Mgr. Van Heukelom. Zij mogen ge noemd worden de pioniers der toen nieuw opkomende kerkelijke bouwkunst. Het is in het bijzonder Mgr. Van Heukelom,"' die zich voor de bevordering der kerkelijke kunst groote verdiensten heeft verworven, vooral na de stichting, op zijn iniatief, van het St BernulphuSgilde Naast hem moeten uit dezen tijd genoemd worden mannen als de architect Tepe, de kunstschilder Lindsen en de edelsmid Brom. Utrecht werd het brandpunt, waaruit de kerkelijke kunst verbreid werd. Volgens Mgr Van Heukelom moest de kerk Gothisch zijn en gebouwd worden volgens de Gothiek der 15de eeuw. Andere wegbereiders, wier namen met eere dienen genoemd te worden, zijn J. A. Alberdingk Thijm, Dr. Cuypers en Jhr.Mr.V. de Stuers, niet ten onrechte een kunstminister zonder portefeuille geheeten. Men kon nu weer spreken van een eigen Nederland- sche kerkbouwkunst. Van elk dezer drie groote figuren ver telde spreker interessante levensbijzonderheden, daarbij hun verdiensten voor de ontplooiing van ons vaderlandsche kunst leven schetsend. Toen het portret van den verleden jaar ontslapen Dr. Cuypers op het doek verscheen, ging er een luid applaus in de zaal op, als eene dankbare hulde aan de nagedachtenis van onzen genialen en wereldberoemden bouwmeester. Diens twee grondbeginselen waren: le. eerbied voor het materiaal, dat nooit overschat, doch ook nimmer onderschat mag worden en 2e. een maximum van effect bereiken met een minimum van arbeidskracht. Tenslotte behandelde spreker in het kort de ontwikkeling der kerkelijke bouwkunst gedurende de laatste 20 jaren Hij wees er daarbij op, dat de oude Gothiek op den duur geen gevrediging kon schenken en dat thans verschillende archi tecten bewust eene andere richting gaan zoeken. Meer bijzonder' besprak de inleider de werken van Jozef Cuypers, een zoon van wijlen Dr. Cuypers en van Jan Stuyt. Het Palazzo Pitti te Florence. Het beroemde Palazzo Pitti te Florence behoort tot de reeks van koninklijke paleizen, welke de kroon ter beschikking der burgerij heeft gesteld. Nu bestaat er gevaar, dat kostbare meubels, schilderijen en oude wandtapijten aan de provincie Parma zullen moeten teruggegeven worden, daar ze indertijd onder bepaalde voorwaarden aan het Ministerie van het Koninklijk Huis ten geschenke waren gegeven. De publieke opinie is hier echter tegenopgekomen. Den Onderstaatssecretaris voor Schoone Kunsten werden bezwaren kenbaar gemaakt en deze heeft nu beslist, dat het grootste deel van het paleis zal dienen voor moderne kunsttentoon stellingen, terwijl de overige vertrekken gebruikt mogen worden als vergader- en clublokalen voor kunstenaars en kunstliefhebbers. Maar ook met dit antwoord zijn de Florentijnen niet tevreden Zij kunnen het niet zetten, dat een wonderwerk van bouwkunst als hun Palazzo Pitti voor vereenigingsdoeleinden wordt gebruikt. Intusschen is een der schoonste zalen van het paleis, de Salone degli Stucchi of stuc-zaal, waar in vroeger eeuwen de Tos- kaansche soevereinen hun officieele zittingen hielden, ter beschikking van een club van „muziekvrienden" gesteld, die er concerten en bals geven. En het is aan de perscampagne te danken, dat kostbare meubels, die reeds van nummers waren voorzien, niet de ministerieele vertrekken te Rome of de kanselarijen van Italië in het buitenland sieren.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Bouwwereld 1918-1923 | 1922 | | pagina 8