DE BOUWWERELD.
129
reclame, ik' heb een timmermansknecht gekend, die
èen gebruikte, doch nog goede, naaimachine door een
advertentie te koop bood. Hij kreeg 60 brieven, kocht
gauw nog 59 oude machines en zette alle 60 met
winst van de hand. Dit was het begin van de zaak,
die- thans den grootsten handel in naaimachines hier
tè lande drijft. De vroegere timmermansknecht bezit
thans millioenen, die hij alleen aan het adverteeren dankt."
Dat schreef Rockefeller, die het wel kan weten.
Maar zelfs al had een zoo tot oordeelen bevoegd man
het mis, dan moet de overheid toch de ontsiering van
stad en land door reclames beletten. Tegenover hen,
die in stoffelijke welvaart het eenige noodige zien,
staan gelukkig in onzen tijd velen, die meenen, dat
de menschheid ook aan zedelijke waarden, aan schoon
heid, aan veredeling behoefte heeft. Wij bemerken
tegenwoordig maar al te duidelijk, dat het eigendoms
recht geen ideaal is, dat ter wille van zichzelf bestaat.
Het zal zich slechts kunnen handhaven als het mede
werkt, om de menschheid verder te brengen. Ieder
eigenaar, die schoonheid vernietigt, alleen om winst
te hebben, maakt misbruik van zijn eigendomsrecht.
En de vrijheid wordt door de reclames aangetast.
Zelfs in Amerika wordt dit erkend, waar Pierpont
Morgan eens schreef: „Ieder burger der Vereenigde
Staten heeft volgens de grondwet recht op vrijheid.
Maar die vrijheid wordt aangerand door de reclames.
Koopt hij een dagblad, dan kan hij, zoo hij dit wenscht,
de advertenties ongelezen laten. Wil men hem op
straat een biljet in de hand stoppen, dan kan hij het
weigeren. Doch de reclameborden en de lichtreclames
kan hij niet ontgaan. Die reclames zijn niet aangebracht
in het algemeen belang, doch ten profijte van enkelen.
Wat moeten de vreemdelingen, die New-York over zee
naderen, wel van de Vereenigde Staten en hun be
schaving denken, als het eerste wat zij zien een
reusachtige reclame voor een purgeermiddel is! En
is het niet ergerlijk, dat overal te New-York reclame
wordt gemaakt voor een geneesmiddel door een kolossaal
bord, waarop een vrouw is geschilderd, die haar tong
uitsteekt
Dit mag wel eens door onze overheid worden over
wogen. Want ook onze schilderachtige steden, die
veel door vreemdelingen bezocht worden, onze fraaie
landschappen in vele provinciën, lijden aan de kwaal
der reclame.
Indertijd verklaarde de Minister van Binnenlandsche
Zaken, onder wiens beheer toen nog de kunsten stonden,
dat het bestrijden der ontsierende reclames de taak
was van de besturen der provinciën en der gemeenten.
Misschien is onze tegenwoordige Minister van
Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, die als be
stuurder van Heemschut gelegenheid had, met het
kwaad kennis te maken, wel van meening, dat de
bestrijding er van ook op den weg van het Rijk ligt
Kosten zijn voor het Rijk aan deze bestrijding niet
verbonden, wat in den tegenwoordigen tijd van zuinig
heid zeker een aanbeveling is.
n GEMENGDE BERICHTEN
De Westpias bij Aalsmeer. In de „Meerbode" vonden wij
het volgende.
H-
Te Aalsmeer zijn in den laatsten tijd, op en neer gaand als
de golven van het water, de gemoederen bewogen door het
vraagstuk van de drooglegging van den Westpias Als alle
andere zaken heeft ook deze hare warme verdedigers en felle
tegenstanders gehad, die allen, welgeharnast met argumenten,
ten strijde togen tegen elkaar. En, te oordeelen naar eene aan
kondiging in dit blad, nu zal het tournooi opnieuw geopend worden.
Wat ons, zoowel bi] de verdediging als bij de bestrijding van
deze zaak, vooral heeft getroffen is, dat bijkans alle argumenten,
zoowel die welke pleiten voor behoud, als die welke aansturen
op drooglegging, op practischen, zakelijken bodem rusten.
Nu willen wij de kracht dier argumenten niet ontkennen.
Dat er door drooglegging een aanzienlijk getal bunders vrucht-
baat bouwland gewonnen wordt, waarvan een rijken oogst in
voedingsstoffen te wachten is en waar vele menschen een
bestaan zullen vinden, is een zeker hoog te waardeeren
aanwinst
Dat er in zijne diepe wateren vruchtbaar slib gevonden
wordt, onontbeerlijk, om vele cultures der tuinbouwers langs
zijne boorden tot goede resultaten te brengen, is een niet
minder sterk argument, dat er voor pleit, om de wateren van
den Westpias niaar stillekens te laten klotsen
Dat het waterschap Rijnland bij aooglegging voor een zeer
moeilijk probleem komt te staan, mag niet over het hoofd
worden gezien en dat, ter anderer zijde, bij ontginning en wel
vaart de gemeentelijke finantién zeer gebaat zouden zijn, is in
dezen tijd van malaise een aanlokkend denkbeeld. Hoeveel er nu
ook voor elk dezer twee meeningen te zeggen is, die als vrijwel
van gelijk gewicht elkander opheffen en de zaak niet verder
brengen, wij hadden toch gaarne gezien, dat er ook, ja vooral,
nadruk was gelegd op de aesthetische zijde.
Evenals er bij de menschen is verscheidenheid van gaven,
zoo is er ook verscheidenheid van schoon in de natuur en
het heeft alles zijn eigen toon en sprake
Wij hebben in ons land de schoonheid van den ouden zand
grond met zijn bosch en heide, waar de stilte heerscht in volle
majesteit, rustig en ernstig, waar slechts de scheper dwaalt
met zijn kudde en de bijlslag van den houthakker weerklinkt
uit het verre bosch en waar, evenals aan het strand der zee, de
blik zich kan verlustigen in eindelooze vergezichten over
bloeiende heide, omzoomd door donkere bosschen.
En daar is de schoonheid van het polderland met frissche'
groene weiden en akkers bouwland, lijnend in alle richtingen
naar den horizont, met rijke kleurschakeering van allerlei ge
wassen en bloemrijk grastapijt, omzoomd en afgebakend door
koele, klare slooten een schoonheid, die tot een blij en
krachtig levenslied stijgt, als te zomertijd de zeisen zwaaien,
het hooi, in heuvelen gerijd, zijn geuren doet zweven door
den zwoelen zomeravond en weldra, hoog opgetast, de wagens
wiegelend en krakend de open schuurdeuren binnenrijden.
Maar daar is ook de schoonheid van het waterlandschap, o n s
waterlandschap zouden wij willen zeggen, met zijn klotsende
wateren van poelen en plassen, waarlangs het .ranke riet" zijn
„ruischend" lied zingt en waarboven het wondere spel van
licht en lucht nooit rust, als zachtkens zich voortbewegen de
donzige wolken of, in zwaardere kolonnen, onstuimig voorwaarts