346 DE BOUW WERELD. Er bleek ter plaatse voor gewaakt te worden, daarom meende de Commissie deze zaak buiten haar bemoeiingen te kunnen laten. Een steen uit het Oude Gasthuis is geplaatst in een woon huis; de eigenaar liet dezen schoonmaken met steun van „Nehalennia". Van de omstandigheid dat Dr. J. Kalf, directeur van het Monumentenbureau, in Zeeland vertoefde, maakte de secretaris gebruik om deze autoriteit te wijzen op den slechten en gevaarlijken toestand, waarin de toren der Nederlandsch Hervormde Kerk te Gapinge verkeerde. Bij het daarop ingestelde onderzoek bleek ook de fraaie kerk dringend herstel te behoeven. Deze kerk, waarvan het koor ouder schijnt dan het schip, wordt gesteund door contreforten met merkwaardige versiering, en bevat boven den zijgang nog de fragmenten van een Calvarienberg. De toren, die door inwatering der fundamenten nog al sterk helt, is omstreeks 1860 geheel met cement bedekt, waardoor ongetwijfeld nog veel ongerechtigs aan het oog wordt onttrokken. Hij wordt gekroond door een achtkanten koepel, hetgeen men bij geen andere dorpskerk op Walcheren aantreft. Aan het gemeentebestuur van Vrouwen polder werd op zijn verzoek een opgave verstrekt van archi tecten, aan wie de restauratie van den toren zou kunnen worden opgedragen. Door den heer A. A. Kok te Bussum zou een restauratieplan ingediend worden. Te Zierikzee werden pogingen tot slooping der Nieuwe Kerk aangewend; de commissie besloot zich hier te onthouden Voor het behoud van deze in 1834 gebouwde kerk zou uit een oudheidkundig oogpunt alleen de overweging kunnen gelden dat ook van slechte architectuur als representant van een bepaalde cultuurperiode een specimen voor het nageslacht moet worden bewaard, Behalve het bestuur, bestaande uib een vijftal leden, heeft de Commissie een groot getal correspondenten in verschillende deelen van Zeeland. Het voordeel daarvan is natuurlijk, dat altijd wanneer een monument in nood is, direct het bestuur op de hoogte is. Provinciale Zuid-Hollandsche Archaeologische Commissie. Wij ontvingen het verslag van de Provinciale Zuid-Hollandsche Archaeologische Commissie over het jaar 1920 Daaruit blijkt, dat deze Commissie met ijver werkzaam is geweest in het belang van het behouden der Zuid-Hollandsche oudheden. Verschillende malen gelukte het haar, het doel, dat zij zich gesteld heeft, te bereiken. Zoo werd een gevel aan het Wellerondom te Brielle gered; schijnt voorloopig het gevaar voor het huis „De Gulden Os" te Dordrecht geweken; bleef het huis van Jan de Witt aan den Kneuterdijk te 'sGravenhage gespaard; werden de kerk te Spijk en de doopkapel te Katwijk aan den Rijn hersteld; is met het herbouwen der door brand verwoeste kerk te Ridderkerk een begin gemaakt; werden de pastorie te Schelluinen en de Veerpoort te Schoonhoven hersteld. Maar haar pogen heeft soms ook gefaald. Zoo werd het fraaie gevelfragment in de Wagenstraat 39 te 's Gravenhage gesloopt, welk lot ook de gevel aan de Amster- damsche Veerkade 14 aldaar onderging; werd een gevel aan de Haarlemmerstraat 38 te Leiden geheel verbouwd; werd het prachtige 18e eeuwsche huis aan de Nieuwehaven 59 te Rotterdam door den eigenaar G. L. M. van Es ontdaan van zijn betimmeringen en schoorsteen, die hij te gelde maakte, werd een gevel van 1617 aan de Dorpsstraat te Warmond gesloopt. Dit alles bewijst wel, hoe noodig een „monumentenwet" is. Helaas zijn de tijdsomstandigheden voor zulk een wet weinig gunstig. De kerk te Zuid-Scharwoude. De kerk te Zuid-Scharwoude heeft herstelling noodig. De muren zijn in den laatsten tijd sterk gescheurd en de vloer is verzakt Het gebouw dateert uit 1819, toen de oude kerk, gewijd aan den H. Petrus, wegens bouwvalligheid werd afgebroken De „Tegenwoordige Staat" noemt het „een pronkstuk der oudheid" grootendeels van tufsteen opgetrokken. In het koor waren muurschilderingen. De toren was hoog en slank. Het tegenwoordige kerkgebouw is geheel gepleisterd. Het torentje op den westmuur draagt een klok, volgens „Van Arkel en Weissman, Noord-Hollandsche Oudheden" 1,31, met het randschrift: „Ave Maria gratia plena dominus tecum bene- dicta tu in mulieribus riicout maecktte mi tot Utrecht so woent hi anno MCCCCXLVII1". De letters tusschen „riicout" en „m a e c k 11 e" kunnen door de wijze, waarop de ,klok is opgehangen, niet gelezen worden. Te Hoorn in de Noorderkerk hangt echter een klok, die blijkbaar van denzelfden maker is en waarop men leest: „ricoldus butendiic", zoodat ook hier de onzichtbare letters den naam butendiic zullen vormen. Van de eerste kerk zijn nog over de eikenhouten predikstoel met Jonische kolonetten en een doophek, eveneens van eikenhout, beide uit de 2de helft der 17de eeuw. Ook ziet men er een versierde, doch tamelijk uitgesleten zerk uit het jaar 1613 Van koperwerk zijn er alleen een eenvoudige doophekboog en twee armen, ieder van één blaker, aan het orgelklavier. Geen brug over het Vondelpark te Amsterdam. De gemeente raad van Amsterdam stelde in handen van B. en W. een praeadvies het verzoek van de buurtvereeniging „Overtoom en Omgeving", om een verbinding tof stand te brengen tusschen de Eerste Constantijn Huygensstraat en de Van Baerlestraat. Uit het onderzoek, dat B. en W hebben ingesteld naar de mogelijkheid en de wenschelijkheid van het tot stand brengen van de gevraagde verbinding, is gebleken, dat slechts door overbrugging van het Vondelpark een afdoende en een in alle opzichten aesthetisch bevredigende oplossing te ver krijgen is. De kosten, gevorderd voor die overbrugging en voor het doortrekken van de Eerste Constantijn Huygensstraat, zouden echter zulke aanzienlijke offers van de gemeentekas eischen, dat B. en W. alleen zich dan gerechtigd zouden voelen, tot de uitvoering van dat werk in de naaste toekomst te adviseeren, zoo zij overtuigd waren van de noodzakelijkheid der verbinding. Die overtuiging heeft het ingestelde onderzoek hun echter niet geschonken. Het is, zeggen zij in hun praeadvies, wellicht niet onmogelijk, dat in de toekomst de voltooiing van de ringbaan Ceintuurbaan— Bilderdijkstraat wenschelijk.blijkt voor de verbetering van het verkeer tusschen de aan beide zijden van het Vondelpark ge legen kwartieren, doch de eischen, welke het verkeer op het oogenblik stelt, zijn niet van dien aard, dat er aanleiding bestaat, reeds thans tot den aanleg der verbinding over te gaan. Zij deelen verder mede, dat het bestuur van de vereeniging tot aanleg van een rij- en wandelpark te Amsterdam, aan hetwelk B. en W verzocht hebben zijn oordeel over het voor loopig opgemaakte ontwerp te doen kennen, bezwaar maakte zijn medewerking tot het maken der verbinding te verleenen, omdat het vreesde, dat het gebruik als park van het eerste stuk door een overbrugging onherstelbaar zou worden bedorven en de rust ter plaatse verloren zou gaan. Daar de urgentie van" het werk niet gebleken is, meenen B. en W., dat in verband met den huldigen financieelen toestand der Gemeente, het maken van de gevraagde verbinding nader onder de oogen zal zijn te zien tegen den tijd, dat de uit voering van dat werk met het Oog op de eischen van het verkeer onvermijdelijk zal zijn en door den stand der geld middelen niet zal worden belet. B. en W. stellen derhalve den Raad voor, bedoeld adres te stellen in hun handen ter afdoening („N. R. C.")

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Bouwwereld 1918-1923 | 1921 | | pagina 8