132 DE BOUW WERELD. voor genoemd doel een Commissie ingesteld, waarin werden benoemd tot lid, tevens voorzitter, de heer P. Kuijper Dzn., Wethouder van Publieke Werken, en tot leden de heeren B. H. Bakker, architect te Hilversum, E. R. D. Schaap te Ankeveen, kunstschilder, Otto Schulz in De Bilt, tuinarchitect, en W. M. Dudok, Directeur van Publieke Werken te Hilversum. Deze commissie, die zich den heer J. Schipper, hoofdopzichter in algemeenen dienst bij de Publieke Werken te Hilversum, als secretaris toevoegde, heeft rapport uitgebracht inzake de bestemming, aan het Spanderswoud en Oosterbosch te geven. Blijkens dit rapport is de commissie van meening, dat bepaalde terreinen als bouwterrein behooren te worden geëxploiteerd, terwijl het overige gedeelte als bosch dient te worden behouden. Zij wil dus een bepaalde scheiding maken tusschen villapark-en bosch. De terreinen welke de commissie bestemd wenscht te zien voor villabouw, zijn op het hier gereprodu ceerde kaartje door arceering aangeduid. B. en W. kunnen zich, evenals de Commissie van Openbare Werken, geheel vereenigen met het door de commissie van deskundigen uitgebracht rapport. De commissie, welker taak thans als geëindigd zou kunnen worden beschouwd, deelt aan het slot van haar rapport mede, dat zij het op prijs zou stellen, te zijner tijd B. en W. van advies te dienen bij de verdere uitwerking harer voorstellen, inzake het behoud van het landschappelijk schoon bij'de be bouwing; en de bevordering daarvan, ook in het gedeelte dat als bosch blijft bestaan. Door B. en W. zou het zeer op prijs worden gesteld, indien ook verder gebruik zou kunnen worden gemaakt van de adviezen der commissie. Daarom stellen zij den raad voor: le. in beginsel te besluiten de aangekochte-terreinen, bekend als Spanderswoud en Ocsterbosch, te splitsen, in bouw- en boschterrein, zooals door de commissie van deskundigen is aangegeven. 2e. B. en W. te machtigen om de sub le bedoelde commissie van deskundigen te continueeren, ten einde B. en W. van advies te dienen bij de verdere uit werking van de voorstellen dier commissie, inzake het behoud van het landschappelijk schoon bij de bebouwing en de bevordering daarvan, ook in het gedeelte dat als bosch blijft bestaan. Aan het rapport zelf der commissie ontleenen wij het volgende: De commissie stelde zich ten doel, zoodanig advies uit te brengen, dat bij opvolging daarvan, die gedeelten vam het aangekochte boschcomplex, die, hetzij door natuurschoon, hetzij om andere oorzaken, daartoe het meest geschikt waren, als openbare wandelplaats be waard bleven, terwijl door exploitatie van het overige de 'financieele lasten zooveel mogelijk zouden verminderen. Uit een kaart, door den dienst van P. W. vooraf gereed gemaakt bleek, dat het te behandelen bosch complex ongeveer den vorm heeft van een rechthoek, begrensd ten noorden door zandwegen en zich aldaar aansluitende aan de bosschen van Boekestein, ten zuiden door den weg van 's Graveland op Laren (Doodweg)*) en aldaar aansluitende aan het Nimrod- en Kannesheuvelpark, ten oosten door den Bussummer- grindweg, en ten westen door den weg langs Spanders woud (Oude Meentweg) en een onverkocht weiland en bosch behoorende bij Jachtlust. Een vrij groot terrein, Bussummergrindweg hoek Doodweg, is niet in het eigendom der gemeente begrepen. Volgens de Gemeentebladen is de oppervlakte, die is aangekocht: van Spanderswoud pl.m. 54 HA voor f309.000 van Jachtlust 48.5 f226.500 het Oosterbosch 16.5 f 125.030 pl.m. 119 H.A. voor f660.500 Als toegangen komen in aanmerking, behalve de lanen in het Nimrod- eri Kannesheuvelpark, t.w. de Rossinilaan, Beethovenlaan, Mozartlaan, Hoflaan, Hertog Hendriklaan en Boschlaan, de Bussummer grindweg en de „Oude Meentweg". Ter bereiking van het voorgestelde doel acht de commissie twee oplossingen mogelijk. 1. Het exploiteeren als boschpark. In dit geval zullen enkele speciaal daartoe geschikte gronden geheel tot bouwterrein worden bestemd eij voorts, verspreid op daartoe nader aan te wijzen punten, villaterreinen worden verkocht, terwijl het overige als bosch on veranderd zal blijven bestaan. 2. Het als bouwterrein exploiteeren van bepaalde terreinen, doch het, zonder eenige bebouwing als bosch laten bestaan van het overige, met andere woorden het maken van een bepaalde scheiding tusschen villapark en bosch. De eerste oplossing heeft ongetwijfeld iets aan trekkelijks, vooral wanneer men zich voorstelt hoe op deze wijze de mooiste gedeelten kunnen worden be houden en de minder mooie plekken door landhuizen, die aan aesthetische eischen in verband met de omgeving voldoen, worden ingenomen en misschien verfraaid, zoodat men telkens nieuwe en schoone uitzichten vindt, en zich toch met gevoelt in een villapark, doch in een bosch. Hiertegenover staan echter bezwaren, zoowel van practischen, als van aesthetischen aard. In de eerste plaats is de voorziening van water, gas en electriciteit voor deze verspreide landhuizen zeer kostbaarden zullen de onvermijdelijke bovengrondsche geleidingen ontsierend zijn. In de tweede plaats is het zeer twijfelachtig of de verschillende architecten, aan wie het bouwen van de te stichten landhuizen zal worden toevertrouwd, alle er in zullen slagen om in verband met de omgeving en tevens voldoende aan de "eischen van hun principalen, waarlijk iets schoons te scheppen. Een zekere eenheid welke de in de natuur zoozeer gewenschte rust bevordert, is op deze wijze niet te verwachten. De-omgeving van Hilversum geeft hiervan naast vele goede ook weinig geslaagde voorbeelden. Maar in de derde plaats en dit is zeer belangrijk wordt het gevoel voor het oneindige van het bosch, hergeen juist de feitelijke bekoring van het bosch is, door verspreide bebouwing weggenomen. De Commissie acht om deze redenen de tweede oplossing, scheiding tusschen villapark en bosch, in het algemeen de beste, doch wil bij de toepassing daarvan eenige uitzonderingen toelaten. Als bosch moeten dan natuurlijk in de eerste plaats onveranderd bewaard blijven die gedeelten, die zich Ter voorkoming van verwarring zijn verder in dit advies deze oude namen gebruikt,

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Bouwwereld 1918-1923 | 1921 | | pagina 4