70 DE BOUW WERELD. op ditzelfde, nu in droomerige rust verzonken pleintje op den brandstapel bracht? In Pérouges werd onder de Hertogen van Savoye streng gerecht gehouden. Simonette bleef niet het eenige slachtoffer van dom middeleeuwsch fanatisme, dat op de Place de la Halle het leven liet. In 1475 laaide weer het domme vooroordeel op en werd Antoinette Viginat verbrand. Drie jaar later ondergingjEANNE, weduwe van Guillaume Roger, hetzelfde lot. Sedert kwamen de misleide hartstochten tot rust. Het heeft maar weinig gescheeld of Pérouges was eenige jaren geleden verlaten, vervallen en verwaarloosd, door oudeidomszwakte grootendeels in elkaar gezakt. In 1909 zag de burgemeester zich in het belang der openbare veiligheid verplicht, om de eigenaars van een aantal gevaarlijk geworden huizen aan te schrijven tot herstel. Wijl de geldmiddelen ontbraken of herstel der leegstaande, overbodige gebouwen toch geen zin zou hebben, waren in verloop van drie maanden reeds tien huizen afgebroken. Dit lot bedreigde zelfs het mooiste der stad, het Hotel Ajacques. Ter elfder ure grepen belangstellenden in. Zij stichtten eerst het „Comité de défence et de conservation du vieux Pérou ges" en daarna eene vereeniging, de over eenig kapitaal beschikkende „Société immobilière du vieux Pérouges" die, als een voorlooper van „Hendrick de Keyser", bedreigde huizen aankocht om ze voor verder verval te behoedden. Ook partikuliere belangstellenden werkten in die richting. Groote bedragen waren met den aan koop niet gemoeid. Een woning van oudheidkundige beteekenis te Pérouges te bezitten, was een bereikbaar ideaal. Voor 8 franken werd men eigenaar van een voor afbraak bestemd huis en stevige, gave gebouwen deden nog niet meer dan 500 a 600 franken. De eigenlijke kosten komen weliswaar echter eerst bij het doorgaans ingrijpende herstel. De vereeniging zelf kocht o. m. het Hótel Ajacques. Zij richtte dit op antieke wijze in tot eene „hostellerie", die zij ook zelf exploiteerde in de gedachte, dat de roep van een goed en eigenaardig onderkomen bezoekers zou trekken. Dat bleek juist gezien. De winst dezer her berg, die een zekeren naam geniet ook door hare navolging van gerechten en dranken uit vroeger dagen uit de oorspronkelijke recepten, komt aan het doel ten goede. Overwogen wordt thans ook de restauratie GEMENGDE BERICHTEN en inrichting van eenige andere huizen, met de be doeling die wederom als woning te verhuren. Een eigenaardig denkbeeld, dat zeker liefhebbers der romantiek zal aantrekken hier tijdelijk of blijvend hun woonplaats te vestigen. Door dit optreden van eenige geestdriftige en tevens praktische oudheidsvrienden is Pérouges aldus geworden een geslaagd voorbeeld van daadwerkelijke Heemschut. Een groot deel van Pérouges bevindt zich nu in veilige handen. Enkele huizen, ofa. die van den oud- Minister van Oorlog Generaal Messimy en van wijlen Dr. Maurice, die zich beide bijzondere moeite en kosten getroosten, zijn zorgvuldig hersteld. Andere wachten nog, zooals het huis van den burgemeester van Lyon, Herriot, die het vroeger versterkte patricisch huis bezit, waar in 1473 „no'ble Claudia de Bellemont" woonde. De oorlog heeft echter niet alleen de werkzaamheden van het herstel onderbroken, doch is ook overigens zeer noodlottig' gebleken. Sedert 1910 zijn weliswaar binnen Pérouges geen huizen uit vandalisme gesloopt, doch niettemin is hun aantal verminderd. In den winter van 1914 op '15 viel een oud huis in uit gebrek aan onderhoudsmaatregelen en daardoor werd op zijne beurt weer het aangrenzende pand bedreigd. Nog meerdere dreigen in te storten omdat in de eerste oorlogsjaren bij gebrek aan bewaking, niet alleen luiken, d-euren en vensters doch zelfs vloeren en binten gestolen werden. Ook het plaatselijk museum werd voor de helft leeg geplunderd. Ten slotte is op 12 Octöber 1919 een felle brand uitgebroken, die alleen tot geringen omvang beperkt bleef door de hulp der brandweer van Lyon en door den watervoorraad der romeinsche regenbakken ondei; de markt, zonder welke men op den heuvel machteloos zou hebben gestaan tegenover het felle vuur. Zoo loeren nog de gevaren. Het comité hoopt echter deze binnen kort te verminderen door eene „classement" der geheele stad en-bloc als historisch monument uit te lokken en dan ook geldelijken steun van staatswege te erlangen. In stilte is te Pérouges reeds vol piëteit een groot werk verricht, dat zijne belooning verdient te vinden in de algemeene ook buiten-franschebelang stelling der vrienden van kunst en oudheid. Wie hunner in de buurt komt, zal ongetwijfeld niet verzuimen daaraan door een bezoek van Lyon uit uiting te geven. AMSTERDAM. Eene verfraaiing van den Dam is op lil. Het café „De Bisschop", in den volksmond de „vulkachel" geheeten, zal worden vergroot en, daar in den laatsten tijd het gebouw verschijnselen van verzakking vertoonde, zal het, volgens een dagbladbericht, geheel verbouwd worden. Daarbij zal het op zichtige uiterlijk wel worden gewijzigd. De Ned. Herv. kerk te De Bildt waar brand in uitbrak, is volgens de Voorl. Inventaris in 1657 gebouwd en in het laatst der vorige eeuw verbouwd. De toren is van 1839. Het meubilair bevatte een preekstoel uit het laatst der 17de eeuw, met koperen lezenaar uit 1700; een heerenbank met gesneden wapen uit de 18de eeuw; een koperen kroon met wapenschildjes (1747). De klok draagt den naam van den Amsterdamschen gieter Christ. van SeëSt en het jaartal 1783. DORDRECHT. Eene algemeene welstandsbepaling in de bouw verordening is door B. W. bij den Raad ingediend ten einde ontsiering van het stadsbeeld langs publiekrechterlijken weg te kunnen tegengaan. De bepaling heeft de bekende strekking 1°. het uiterlijk van gebouwen met al wat daartoe behoort en van hekken, muren en dergelijke moet zooeanig zijn, dat het noch op zichzelf, noch in verband met de omgeving uit een oogpunt van welstand aanstoot kan geven, 2°. B W zijn bevoegd te dien aanzien eischen te stellen Wij hopen dat de Raad van Dordrecht om verdere ontsiering der deerlijk toegetakelde stad te beletten de voordiacht aan neemt. Wij maken slechts dén voorbehoud: hetzelfde als ten aanzien van Amsterdam in dit nummer is aangegeven n I de wenschelijkheid om eene regeling in te voeren van hooger beroep. ENKHUIZEN. Het bastion „Zeelandia" zal gespaard blijven.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Bouwwereld 1918-1923 | 1921 | | pagina 6