Onder B noemden we de richting, waarbij de gebouwen
in de eerste plaats „klassiek" werden opgezet. Hoewel
reeds heel vroeg in het begin der zestiende eeuw
verschillende motieven, voornamelijk aan de Italiaansche
Renaissance ontleend, in ons land werdén toegepast,
ls het waarschijnlijk voornamelijk aan den bouwmeester
bij uitnemendheid van dit tijdperk, Pieter Coeck van
Aalst, toe te schrijven, dat het klassicisme een zoo
overheerschende plaats is kunnen gaan-innemen in de
bouwkunst van de zestiende eeuw. In 1542 vertaalde
deze Vitruvius en het moet hem gemakkelijk zijn
gevallen, de streng klassieke richting welke hij voor
stond ingang te doen vinden bij zijn tijdgenooten.
Immers waren de Italiaansche motieven reeds
inheemsch geworden en aanvaardt, voor het stramien
waarop deze motieven in Italië werden verwerkt, waren
eveneens zonder veel moeite navolgens te vinden.
Als voorbeeld van deze stijlrichting moge het stadhuis
BB BB B BB BB C BB B B B B t B B II B B B BB B I B I S i B I I I I I I i i I I li I I BB B B B
FIG. 2. NIEUWMARKT 20—22