2üö DE BOUWWERELD. schaduwzijde die een( museum-verzameling biedt, -n.1. dat de verschillende voorwerpen gerukt zijn van de plaats, waar zij ontstonden en tehuis behoorden, iets wat hun beteekenis veel minder doet spreken tot den aanschouwer. Ik acht dit echter een groot kwaad, waarin slechts berust moet worden, als het nu eenmaal niet anders kan. En in dit geval kan dit kwaad tot een minimum worden teruggebracht, zöoals ik hieronder hoop aan te toonen. Afgezien hiervan is o.m. de volledige opstelling van een waterwindmolen op het terrein van het Openlucht-museum bij Arnhem een onmogelijkheid moet. de vijzel of het waterrad (beide behooren toch zeker tot het mechanisme) in het zand van den Waterberg woelen?. „Zijt ge niet wat voorbarig, waar ons land nog zoovele windmolens rijk is, al vermindert hunjaantal in den laatsten tijd zéér?" zullen andere lezers op gemerkt hebben. Mag ik in antwoord hierop allereerst vragen of men den juisten tijd voor een windmolen museum eerst gekomen acht, als er bijna geen wind molens meer over zijn? Nü nog bestaat de mogelijkheid om zich uit de zoo nu en dan gesloopt wordende molens een rijke en volledige collectie aan te schaffen dat kan niet meer geschieden, als weinig meer dan de kleine water-molens (die wel 't langst zullen blijven bestaan) zijn overgebleven: Maar bovendien: weet men wel, dat van het. oudste en merkwaardigste type nog maar heel weinig exemplaren in ons land voor handen zijn? Weet men wel, dat er van den hoogst- merkwaardigen paltrokmolen, die in zijn geheel gedraaid kan worden, en waarvan er vooral aan de Zaan en bij Amsterdam honderdtallen werden gevonden, nog slechts ongeveer 15 exemplaren bestaan, waarvan sommige; waaronder' een gesloten paltrok, de eenigg in ons land en van de wereld vermoedelijk in vervallen toestand verkeeren en weldra zullen afgebroken worden? Weet men wel dat de standerdmolen steeds" zeldzamer wordt, en dat er van het oudste type, den open standerdmolen, zeker niet meer dan 20 (mijne .onderzoekingen op dit punt zijn nog niet geëindigdtot dusverre telde ik er echter slechts 10) zijn overgebleven? Bedenkt men wel dat ook de hooge stadswalmolen uitsterft? Waarlijk, als gewacht wordt tot deze molens zijn verdwenen, en de nog vrij talrijke bovenkruiers en groote wipmolens even zeldzaam zijn geworden als Gesloten Paltrokmolen „Het Poortje" te Koog aan de Zaan, de eenige nog bestaande vdn dit type. Open standerdmolen bij Wanneperveen. Gesloten standerdmolen bij Scherpenzeel.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Bouwwereld 1918-1923 | 1920 | | pagina 6