426 DE BOUWWERELD leiding van vroeger. Er wordt niet meer gedacht aan het algemeen belang. „Geene aaneengesloten terreihen met beraamde plans voor bebouwing worden dus door de eigenaars of beheerders van de te bedijken gronden voor het publiek afgezonderd; geen kerken meer voor de een voudige bewoners gebouwd. De nederzettenden moeten in vele gevallen in den eenen of anderen hoek, geheel in hun eigen behoefte voorzien en de orde voor het vestigen van dat alles wordt overgelaten aan het toeval, zonder eenige leiding, zonder eenigen steun. Maar de vorm van de op die wijze ontstane buurten, heeft ook schijn' noch schaduw van onze oude dorpen; alles getuigt thans van gemis aan overleg; alles wijst op gebrek aan ruimte, op gemis aan schoonheidszin. P GEMENGDE BERICHTEN „Het bovenvermelde geeft duidelijk aan op welke wijze in de oude dorpen de zoogenaamde dorps kommen zijn ontstaan en de tand des tijds moge ook hier op de andere dorpen wijzigingen hebben gebracht, die van het oorspronkelijke afwijken, de sterke toename der bevolking moge ook veroorzaakt hebben, dat sterkere uitbouw buiten die kommen moet geschieden, in alle dorpen van dien ouden tijd" is toch steeds nog de opzettelijke uitgifte van grond voor dorpsbouw bemerkbaar." Waar Gedeputeerde Staten van Zeeland reeds menigmaal blijk gaven van hunne zorg voor de schoonheid van het gewest, mag men hopen dat zij in de toekomst ook hun invloed zullen aanwenden ter verbetering van den dorpsaanleg. De derde Heemschut-konferentie wordt op verzoek van be langstellenden uitgesteld tot het a. s. voorjaar, waarschijnlijk omstreeks Paschen. De deelnemers die zich bereids hebben opgegeven, worden geacht hunne inschrijving gestand te blijven doen, terwijl natuurlijk alsnog aanmeldingen bij het secretariaat van den „Bond Heemschut" Amsterdam, Heerengracht 247 kunnen worden ingezonden. HOORN. Ontsieringsplannen. Het Dag. Bestuur van Heemschut heeft zich per adres gewend tot Burgemeester en Wethouders van Hoorn omdat het voornemen bestond ter wille eener, N.B. tijdelijke, bovengrondsche electriciteitsleiding, de fraaie linden in de Duiboomlaan tot 6,5 M. op te snoeien. Daar hierdoor aan de schoonheid van de laan groote schade zou worden toegebracht, verdient het dringend aanbeveling om die tijdelijke leiding op andere wijze te doen aanbrengen. Wij hopen dat het verzoek van „Heemschut" het gewenschte resultaat zal gehad hebben. Stadsontsiering te Rotterdam. De eigenaar van het perceel Kruiskade, vertoornd dat zijn huurder (de fotograaf Leyenaar) van de huurcommissie zes maanden uitstel had gekregen, liet den geheelen gevel zwart schilderen. De huurder gebruikte toen dezen achtergrond voor een reclame in witte letters Misschien doen nu eerst de huisheer en dan weer de huurder tegenzetten, zoodat het geval een prachtig relletje wordt. Doch het stads- schoon kan het slachtoffer worden van zulke ruzies. In casu komt dat er wel niet erg meer op aan omdat er te Rotterdam niet veel meer te bederven valt, doch in andere steden moge men zich aan de ervaring spiegelen en tijdig door verordeningen de mogelijkheid van zulke ontsieringen uitsluiten. Nadat destijds (zie „Bouwwereld" 1913 blz. 30) in den rotter- damschen Raad een voorstel Buskens c. s. tegen ontsierende reclame (waartegen alleen door de kroegbazen, anders gezegd vergunninghouders, bij den Raad was geadresseerd) schipbreuk had geleden, heeft Burgemeester Zimmerman nadere overweging toegezegd. Van het resultaat zijner overwegingen hebben wij intusschen nooit iets vernomen. Hopentlijk geeft het boven staande geval aanleiding om op de zaak terug te komen. De ruïne van het kasteel Valkenburg is door de familie DE VlLLERS—NaüBOURG gegeven aan de Katakomben-stichting Door den Minister van O. K. W. is in het vooruitzicht gesteld eene subsidie voor de uitvoering van de noodige onderhouds werken. De provinciale adviescommissie voor bouwontwerpen en uitbreidingsplannen in Noord-Holland zag op voorstel van Ged. Staten hare subsidie verhoogd van f3500.tot f5000. Het Geldersche Genootschap tot bevordering en instand houding van de schoonheid van stad en land is 15 Nov. 1.1. te Arnhem gesticht. De oprichting was voorbereid door een commissie bestaande uit ir. W. F. C. Schaap, dir. van gemeente werken te Arnhem, H. P. J. Bloemers, burgemeester van Rheden en ir. A. M. Kuysten, Insp der Volkshuisvesting te Wageningen. In zijn openingswoord deelde de voorzitter, de heer Bloemers, mede, dat het voorloopig bestuur zich om steun tot de Provinciale Staten van Gelderland heeft gewend ten einde het volgend jaar aan het werk te kunnen gaan. Prof. ir. J. G. Wattjes hield een voordracht, waarin aan de hand van lichtbeelden de heerschende smaakverwildering, welke het landelijk en stedelijk schoon bederft, werd geschetst en de noodzakelijkheid van een genootschap ter bevordering van schoonheid van stad en land werd aangetoond Daarna werd overgegaan tot de'oprichting van het'genoot- schap en tot voorloopige vaststelling van de statuten. Het is de bedoeling, dat het genootschap alle gemeenten in Gelderland zal omvatten. Het bestuur benoemt een advies-commissie, bestaande uit onpartijdige deskundigen, voornamelijk archi tecten. De taak dier commissie is het nemen van al die maat regelen, welke noodig zijn om het doel van het genootschap te bereiken. Ged. Staten hebben inmiddels bij de Prov Staten een voor stel ingediend om aan het genootschap een jaarlijksch subsidie te verleenen van ten hoogste f5000 gedurende 1920-22. De invloed van beplanting en boomen op de schoonheid wordt dikwijls niet genoeg ingezien. Tal van gebouwen zouden, indien zij begroeid waren of door boomen omgeven, aan merkelijk winnen. Zij zouden weliswaar geene kunstwerken worden, doch door vorm en kleur althans niet meer direct ontsierend werken. Menig bouwwerk dat nu als een steenklomp, vreemd en los in zijne landschappelijke omgeving staat, zou door een begroeiing met klimop of een andere klimplant, door eenige struiken er omheen, door enkele boomen op de goede plaats, met die omgeving vereenigd worden. Opvallend is het dat ten plattelande bij den bouw voor de volkshuisvesting de naaste omgeving doorgaans volkomen verwaarloosd blijft Zoodoende maken die huisjes een rullen, onvoitooiden indruk. Ons staan thans één voorbeeld uit vele voor oogen eenige woningen aan de spoorlijn bij het station Nieuwersluis. Als men van het dorp komt, teekenen zij zich kaal, hoekig en onvriendelijk tegen de lucht af. De kleine uitgave van eenige beplanting zou wonderen doen. Deze zq.ii de huisjes vereenigen tot een groep, die zich, met door

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Bouwwereld 1918-1923 | 1919 | | pagina 6