DE BOUWWERELD
DERDE „HEEMSCHUT'-NUMMER 1919
XVII!E JAARGANG No. 39
24 SEPTEMBER 1919
RED.: J. H. W. LELIMAN B.-l. AMSTERDAM. UITGEVER: F. VAN ROSSEN
HET MUSEUM VAN VOLKSKUNST TE HINDELOOPEN. (ZIE DE LOSSE PLAAT)
ie Hindeloopen is de eigenaardige en karakter
volle volkskunst, die er eenmaal bloeide
in woningbouw, huisraad en kleeding,
onlangs teruggekeerd. Helaas echter slechts
in een museum, „Hidde Nijland-stichting" genaamd
naar den schenker. Het is gevestigd in het 1683 ge
bouwde voormalige raadhuis, waarvan het vier lokalen
in besla'g neemt.
Dat is iets, veel zelfs, doch de schenker dezer
zeldzame verzameling zal het zelf beamen het ware
is het toch nog niet. Het is een begin. Misschien, héél
misschien, kan de terugkeer der oude bekenden de
Hindeloopers opwekken tot eenige herleving van den
kunstzin in den vroegeren of in een hernieuwden trant.
Kunst immers moet leven en meeleven met hare om
geving. Vooral geldt dat de z.g.n. volkskunst. Deze dient
mee aan te zitten aan den dagelijkschen disch, altijd bij
en met de menschen zijn. Het is ongetwijfeld heel
loffelijk en verdienstelijk om in een museum kunst
werken aan te gapen, die beschermd zijn door een
koord, glazen ruit of de papieren waarschuwing om
ze niet aan te raken. Hoe kostbaarder, hoe onbereik
baarder zulke verzamelingen echter zijn, hoe minder
nut ze afwerpen voor de herleving van den algemeenen
kunstzin. Integendeel, zij ontmoedigen. Men bewondert
de voorwerpen, doch gevoelt tevens, dat zij buiten
bereik vallen en onnavolgbaar zijn. Een volkskunst
museum geeft andere gedachten. Daar gevoelt men zich
thuis te midden van voorbeelden, die voor overname
vatbaar zijn, en tot navolging aansporen. Menigeen
vindt- er voorwerpen terug, als hij thuis zelf bezit en
nu voortaan wellicht meer zal waardeeren.
Verkieslijker dan welke verzameling bijeen te brengen
ook is het, zich in het dagelijksch leven te omringen met
mooie gebruiksvoorwerpen zoodat al wat ons omgeeft,
hoewel sober en eenvoudig, toch door vorm en kleur
getuigt van onbedwingbaar kunstgevoel. Dat gevoel heeft
onze voorouders gekenmerkt. In de verschillende streken
des lands heeft het tot andere uitkomsten geleid al
naar gelang der omstandigheden. De betrekkelijke
isolatie, het gevolg van gebrekkige verkeersmogelijkheid,
is eene der oorzaken van die zeer uitgesproken ge
westelijke en plaatselijke schakeeringen. Maar waarin
zij ook verschillen mogen, zij zijn één in haar streven
naar karaktervolle schoonheid.
Persoonlijk, naar eigen smaak oordeelende, zullen
wij die uitingen waarschijnlijk niet alle gelijkelijk waar
deeren. Wij hebben, evengoed als de makers dier kunst
werken zelf, onze voorliefde, naar eigen aard. De een
zoekt ingetogen stemming, de ander uitbundige kleurig
heid. Dat mag ons evenwel niet weerhouden om, met
objectieven geest, ons te willen verplaatsen in de geestes
sfeer, de beschavingsstaat, waaruit die verschillende
kunstuitingen ontsproten. Wie ze begrijpen wil, heeft
zich in te leven in de wereld welke zij weerspiegelen.
Dat zullen zeker velen moeten doen om de zéér
eigenaardige Hindelooper kunst van voorheen te waar
deeren, die in menig opzicht sterk afwijkt van wat
gelijktijdig elders in ons land werd voortgebracht.
Toch ging van die Hindelooper kunst een krachtige
bekoring uit en is zij een der meest typische en
„echte" uitingen onzer vroegere volkskunst. Zij heeft
dan ook wel degelijk eenigen, zij het ook verspreiden
invloed naar buitenaf uitgeoefend, doch weinig navolging
in engeren zin gevonden. Daarvoor immers was zij te
zeer een produkt van bijzondere gegevens.
„De geïsoleerde ligging aldus Mr. Boeles in
den katalogus van het Friesch museum ter inleiding
van de Hindelooper verzameling van de plaats, het
overzeesche verkeer, mogelijk ook anthropologische
verschillen, veroorzaakten in verband met de groote
welvaart, dat de Hindeloopers in hunne kleeding,
huisinrichting en tongval afwijken van de bevolking
van het Friesche platteland en ook eenigszins, hoewel
in mindere mate, van de overige kustbewoneis." Deze
kunst was zuiver plaatselijk in haar oorsprong en is dat