316 DE BOUWWERELD. B BOEK EN TIJDSCHRIFT B De nieuwe subsidies voor restauraties. Van de bouwwerken, die op de ingediende Staatsbegrooting voor het eerst met eene restauratie-subsidie bedacht zijn, volgen hieronder eenige bij zonderheden. Zij zijn deels ontleend aan de voorloopige inventarissen der Rijksmonumentencommissie en de „Noord- Hollandsche Oudheden". De Toren te Berlicum is een baksteenen bouwwerk uit de 13e eeuw, met latere bovengeleding. De Ned. Herv. kerk te Borne is in „De Bouwwereld" 1918 biz. 409 beschreven. De Waltoren te Harderwijk is een der weinige overblijfselen der, uit het eind der 14e eeuw dagteekenende verdedigingswerken, die in 1910 door de onverschilligheid van den gemeenteraad grootendeels zijn gesloopt. Dit was een der grofste vandalismen die in ons land gedurende de laatste jaren begaan zijn. Een tweede waltoren is door de onverbeterlijk ergerlijke houding van de gemeente die blijkbaar niets gevoelt voor schoonheid en historische beteekenis, getuige ook de verwaarloozing van den voormaligen „Hortus" nog onlangs overhoeds gesloopt. De toren te Hattem dagteekent in zijn van tufsteen opgetrokken benedenbouw uit de 12e eeuw. De oostwand vertoont nog de sporen der aansluiting van het oorspronkelijke kerkdak In het eind der 14e eeuw is hij van baksteen verhoogd. Een leien spits (1611) met lantaarn vervangt het oorspronkelijke zadeldak. In 1753 werd een portaal aangebouwd. De Ned. Herv. kerk te Havelte was eertijds aan den H. Clemens gewijd. De oude kerk van 1309 of '10 werd in 1498 verbouwd. (Boven den zuid-ingang een memoriesteen met jaartal 1498.) Zij heeft een éénbeukig schip met drie steenen kruisgewelven op ribben. Het koor (1498) met dito gewelf, is gesloten door 5 zijden van een 8-hoek De toren met traptoren (boven den west-ingang een steen met jaartal 1410) had oorspronkelijk een steenen kruisgewelf. Hij werd door een storm in 1600 beschadigd de kerk door de stukken eveneens en in 1663 hersteld. Het inwendige bevat o. a een kansel uit 1663, banken uit het 3e kwartaal der 17de eeuw en een orgel uit de 18de eeuw afkomstig uit de kerk te Assen. De Ned. Herv. kerk te Kallantsoog bestaat uit een hoofdbeuk die rechthoekig eindigt en een noorderkruisbeuk. Aan de westzijde staat een toren, welks benedendeel van steen is, terwijl het bovendeel uit hout bestaat en door een lage spits is gedekt. Boven de torendeur staat een steen met het jaartal 1671. Het muurwerk der kerk is gepleisterd. Het gewelf der kerk is van hout, de vensters zijn klein en door rondbogen afgedekt, doch hebben geen traceeringen De doopkapel der Ned. Herv. kerkteKatwijk- Binnen, is omstreeks 1500 tegen den westgevel der zuidelijke zijbeuk aangebouwd. Het is een met 5 zijden van den 8-hoek gesloten kapel, overdekt met een gemetseld stergewelf. De kerk te Kortenhoef (15de eeuw) grootendeels van baksteen (met toepassing van profielsteen) opgetrokken, heeft één beuk en een smaller koor dat gesloten is met 3 zijden van den 8-hoek. Aan de westzijde verrijst de vierkante toren. Deze heeft spitsboognissen met eenvoudige traceeringende galmgaten zijn, misschien in de 17de eeuw in hun tegenwoordigen toestand gebracht. Ook de balustrade op den toren zal toen gemaakt zijn. De toren wordt door een hooge spits van hout gedekt. De benedenverdieping heeft een fraai kruisgewelf, welks ribben op gebeeldhouwde kraagsteenen rusten. Waar het uurwerk in den toren staal ziet men twee stijlen van het voormalig koor hek. Zij zijn keurig van eikenhout gesneden en hebben groote kunstwaarde. Op een hunner staat het jaartal 1541. De gevel aan d e N i e u w e s t a d t e L e e u w a r d e n zal, naar wij vernemen, van de voorgestelde subsidie geen baat vinden. Hij bezit een fraaie 17de-eeuwsche top, terwijl het benedendeel gemoderniseerd was De vorige eigenaar was door den heer Veenstrv, architekt te Leeuwarden, bewogen om met subsidie van Rijk, provincie, gemeente en Eriesch Genootschap tot restauratie over te gaan, doch de nieuwe eigenaar zag daarvan af waarschijnlijk afgeschrikt door de kosten. Hij liet den gevel wat bijpleisteren en opschilderen. St. Panera s- of Hooglandsche kerk te Leiden. De restauratie betreft den zuidelijken transeptgevel die een der rijkste uitingen is van het laatste tijdperk der Gothiek in ons land. Het G r o u w z u s t e r s k 1 o o s t e r te Maastricht (sinds 1911 museum van het natuur-historisch Genootschap in Limburg) is volgens de nrededeelingen van den heer A. J. A. Flament in „Buiten" 1918, oorspronkelijk het huis van de magistraatsfamilie Stas. Gelegen op het eind der groote Looierstraat, vormt het gebouw met zijn gemengde bak- en natuursteengevels een der schilderachtigste stukjes der oude stad. Het gebouw werd in 1673 door den magistraat der stad gekocht van HlERONYMUS Stas om er een klooster in te vestigen der zusters van de H. Elisabeth, die gewoonlijk naar hun kleeding Grouwzusters genaamd werden. Deze verpleegden er zieken en krankzinnigen. In 1705 werd een kapel bijgebouwd In 1796 werd het klooster opgeheven en sedert diende het gebouw voor verschillende bestemmingen, die de een meer, de andei minder, den ouden toestand aantastten. De G e v a n ge n toren te Megen dagteekent vermoedelijk uit de 14de eeuw, en was öf tolhuis öf overblijfsel van de vroegere stadsversterking. De Ned. Herv. kerk te Oudega' (Friesland) voorinaals aan de H. Agatha gewijd, is een zeer verminkte grootendeels 12de-eeuwsche bouw van tufsteen. In -1599 werd bij eene verbouwing het koor vervangen door een rechthoekigen uitbouw. De buitenwanden van het oudste deel vertoonen nog eene ver deeling met blindbogen, die doorlatere vensters geheel willekeurig verbroken is. De kerk is overdekt door een zadeldak, besloten tusschen de recht en vlak opgetrokken west- en oostgevels. Voor de westzijde verrijst een vrijstaande zware vierkante toren met gedrukte spits. Het interieur, dat eveneens zeer geleden heeft, is met een modern, flauwgebogen tongewelf van hout overdekt. Architek- tonisch onderscheidt het zich niet. Het is echter merkwaardig door vele wapenborden van leden der familie Haersma. Een 17de-eeuwsche heerenbank, een dito kansel, vensters met glas schilderwerk en een aantal gebeeldhouwde grafzerken, waarbij een van kapitale grootte, stoffeeren de binnenruimte die overigens een zeer koelen indruk maakt. De Ned. Herv. k e r k t e R ij s w ij k, voormaals aan den H. Bonifacius gewijd, is een baksteenbouw uit de 15de eeuw, bestaande uit een driebeukig schip, een met 5 zijden van den 10-hoek gesloten koor en een in het eerste kwartaal der 16de eeuw ombouwden westtoren (benedendeel 15de eeuw?). Tegen het schip is aan de noordzijde een kapel aangebouwd, tegen het koor aan den zuidkant een kapel, aan den noordkant de sacristie (alles in het begin der 16de eeuw). De zuidbeuk en de zuidkapel hebben puntgevels metzadeldaakjes, de westwand bestaat uit drie puntgevels, elk met een spitsboograam, waarvan het middelste hooger is wegens den daaronder aanwezigen' ingang (begin 16de eeuw). Inwendig: zuilen op verminkte voetstukken en spaarnissen met muurbanken in de zijmuren. Het koor is gedekt door een houten tongewelf (15de eeuw), het schip door een later ge wijzigd en gestuct tongewelf, de zijbeuken door halve tongewelven met steekkappen naar de vensters. De sacristie vertoont aan zetten van een uitgebroken kruisgewelf. De toren heeft een achtkante, door leien gedekte houten spits (1681). Het inwendige heeft een eiken koorhek, schotwerk in het koor, kansel, rijk gesneden, overhuifde heerenbank alle uit verschillende tijd perken der 17de eeuw een orgel uit 1786. Het is gestoffeerd met eenige koperen kronen en wandblakers, wapenschilden, grafteekens, memorie-, spreuk- en tekstborden. De Ned. Herv. kerk te Spijk is een baksteenbouw bestaande uit een met 3 zijden van den 8-hoek gesloten koor (14de eeuw), een driebeukig schip (3e kwartaal 15de eeuw) en een westtoren met dichtgemetselde toegangen in zijn noord en zuidzijde. De spits is in 1912 afgewaaid. De zijbeukwanden van de kerk vertoonen een rij geveltjes. Het inwendige heeft zuilen en houten tongewelven, met open kappen in de zijbeuken. De Luthersche kerk te Utrecht is, met belangrijke ondersteuning van koning Christiaan van Denemarken, in 1745 verbouwd uit de kapel van het H. Ursulaklooster (waarvan' de houten koorweiving nog bestaat) en heeft een Lodewijk XV- gevel met jaartal 1749 Ook de rijzige dakruiter dagteekent van de oorspronkelijke kapel. De gevel aan de Melkmarkt te Zwolle is volgens de Mem. van Toel. een fraai voorbeeld van een rijken 15de- eeu wschen gevel waarvan de eerste verdieping nog ongeschonden bewaard is en die in zijn geheelen aanleg doet denken aan het gothische huis te Kampen. Schoon Nederland. In de eerst thans verschenen Juli-aflevering schrijft de heer van der Ven een stuk over Walcheren onder den gewrongen titel „Op Nehalennia's Eiland". Waarom in hemelsnaam zegt de heer van der Ven met zoo klaarblijkelijke voorkeur ingewikkeld en rhetorisch wat in heel normaal Neder- landsch even goed-en duidelijk is?

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Bouwwereld 1918-1923 | 1919 | | pagina 10