DE BOUWWERELD. 101 a. het bijeenbrengen van gelden, noodig om het! doel der Vereeniging te bevorderen; b. den aankoop van gebouwen als in art. 2 bedoeld c. overeenkomsten aan te gaan met eigenaren of gebruikers van gebouwen als in art. 2 bedoeld; d. bemoeiingen bij overheid, corporatiën en particu lieren inzake het behoud van bedoelde gebouwen; e. het verzamelen van gegevens omtrent hetgeen in het binnen- en buitenland voor het in stand houden van gebouwen als in art. 2 bedoeld wordt gedaan; f. het samenwerken met andere, zoowel publiek rechterlijke lichamen, vereenigingen, maatschappijen als personen, die een gelijksoortig doel beoogen; g. het opwekken van belangstelling voor oud-Neder- landsch stedenschoon; h. andere wettige middelen welke aan het doel der Vereeniging bevorderlijk kunnen zijn. Opgemerkt zij nog, dat art. 2 op het oogenblik iets and rs luidt, maar dat het staat gewijzigd te worden in den geest als hierboven is aangegeven. II. Het zij opgemerkt, dat de Vereeniging de gebouwen zóó koopt, dat de huuropbrengst de kosten dekt, naar winst echter wordt niet gestreefd. De middelen waarover bij den aankoop moet worden beschikt, worden gevonden door de uitgifte van obligatiën waarvan een rente van 5°/0 wordt gegarandeerd. Slechts bij hooge uitzondering, wanneer het betrokken pand dit door zijn zeldzaamheid of bijzonder karakteristieke architectuur of uit ander oogpunt motiveert, wordt er méér betaald, dan de opbrengst kan goed maken. Voorts verkeeren helaas de verschillende perceelen, welke voor aankoop in

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Bouwwereld 1918-1923 | 1919 | | pagina 3