DE BOUWWERELD
EERSTE „HEEMSCHUT'-NUMMER 1919
XVIIIE JAARGANG No. 13
26 MAART 1919
RED.: J. H. W. LELIMAN B.-l. AMSTERDAM. UITGEVER: F. VAN ROSSEN
H AAN AMSTERDAM
0 laat het toch met rust, des Werelds Achtste Wonder,
't Ga niet als een voor 't doel onbruikbaar raadhuis onder
Waarom geen nieuw gesticht, door nieuwe kunst, gewrocht
En, met wat 't heden vraagt, iets schoons tot stand gebrocht?
Hoe kan ooit 't oud Stadhuis uw nieuwen burgers voegen?
Zij vinden, 't is hun recht, in 't nieuwe alleen genoegen,
Zij zien naar een gebouw, dat alles in zich sluit
Wat thans de tijd vereischt, met groot verlangen uit.
O laat ze toch met rust, de trotsche marm'ren muren,
Zij zullen, vast gevoegd, veel eeuwen nog verduren,
Nu is het noodig, dat het Negende verschijn'
Om 's Achtsten Wonderwerks nakomeling te zijn.
Zoek maar, o Amsterdam, gij vindt voor 't werk den vader,
Doch treed uw oud Stadhuis niet dan met eerbied nader,
Hoed met de teêrste zorg dat weêrgaloos bezit
En sticht een ander huis, wel nieuw, maar schoon als dit!
21 Maart 1919. - Candidus.
a DE VEREENIGING „HENDRICK DE KEYSER" TOT BEHOUD VAN ARCHITECTONISCH- OF H
HISTORISCH BELANGRIJKE GEBOUWEN
I.
aarne voldeed ik aan het verzoek van de
Redactie van „De Bouwwereld" om iets
te willen meedeelen omtrent het doel en
het streven van de bovengenoemde Ver-
eeniging. Ik zie mij daarbij echter genoodzaakt ook
de geschiedenis harer oprichting in het kort te vertellen
omdat daaruit zoo duidelijk blijkt, hoe rijp de tijd voor
de stichting van een zoodanige Vereeniging wel was.
De schrijver van artikelen, in welke periodiek ook,
mag zich in den regel niet voorstellen, dat er van
wat hij meermalen eerst na langdurige overdenkingen
neerschreef, veel bij zijn lezers blijft hangen. In den
regel zal hij zich er mede tevreden moeten stellen
wanneer hij er in slaagt er bij hen eene, zij het