DE BOUWWERELD. 333 die ingeslagen moet worden om het gestelde doel te bereiken. IV. Open Lucht Musea. Naar de meening van den Landvoogd is de instelling van Open Lucht Musea het voornaamste middel om liet doel te bereiken. De meerderheid der vergadering bleek daarmede in te stemmen. De minderheid was van oordeel, dat de op te richten Vereeniging dit vraagstuk nader zal moeten bestudeeren. V. Indische Volksgroepen. Na eenige discussie was men algemeen overtuigd, vooral door de woorden van den Regent van Serang en van den heer Moojen, dat het streven der op te richten Vereeniging den steun en de waardeering der Indische Volksgroepen zal hebben. VI. Natuurmonumenten Met de gedachte, in de op te richten Open Lucht Musea op te nemen stukken ongerepte natuur, als natuurmonumenten, konden allen zich vereenigen. VII. Organisatie. De genootschappen en vereenigingen, die besloten hebben tot verwezenlijking van het denkbeeld mede 'te werken, wijzen uit hun midden een vertegen woordiger aan, die zitting neemt in het bestuur der op te richten Vereeniging, welke „Indisch Heemschut" zal worden genoemd. Deze vertegenwoordigers wenden zich tot de Direc teuren van Onderwijs en Eeredienst, der Burgerlijke Openbare Werken en van Binnenlandsch Bestuur om elk een vertegenwoordiger aan te wijzen, die zitting neemt in het bestuur. Het beschermheerschap wordt den. Landvoogd aan geboden Zoo spoedig mogelijk tracht het bestuur te komen tot de oprichting van afdeelingen over geheel Neder- landsch-lndië, waartoe samengewerkt zal worden met de Indische Vereeniging tot Natuurbescherming en met het Makassaarsch Genootschap. Er zullen zijn eereleden, donateurs (personen en lichamen) en gewone leden (personen en lichamen). De eerste taak der Vereeniging zal zijn het, met behulp der afdeelingen en van de ambtenaren bij het Binnenlandsch Bestuur samenstellen van een inventaris der monumenten over geheel Nederlandsch-lndië. Zoodra de gegevens, door den Directeur van Binnen landsch Bestuur gevraagd aan de hoofden van het Gewestelijk Bestuur op de Buitenbezittingen, ontvangen zijn, worden voorbereidingen getroffen om te komen tot de oprichting van een Centraal Open Lucht Museum op Java. Daarmede zal niet worden gewacht totdat de inventaris gereed is gekomen. Aan de besturen van gemeente en gewest, waarbinnen dat museum gelegen zal zijn, zal zedelijke en stoffelijke steun worden gevraagd. Het bestuur zal zich wgnden tot de stoomvaart maatschappijen en tot de lichamen, die het vervoer te land beheerschen, om vermindering van vracht' te verkrijgen. Het bestuur zal voor deskundige leiding zorgen, waarin het verwacht te worden gesteund door de aangesloten organisaties en gouvernementsinstellingen. De Vereeniging „Indisch Heemschut" is den 26sten November 1917 te Batavia opgericht. De Bond Heemschut begroet zijn Indische zuster instelling met groote ingenomenheid. Hij mag haar wellicht als zijn dochter aanmerken, daar de inzending van' Heemschut op de Koloniale Tentoonstelling, die van 20 Augustus tot 22 November 1914 te Semarang werd gehouden, en die in het Nederlandsch Paviljoen te zien was, volgens het Gedenkboek dier Tentoon stelling, door den Civiel-Ingenieur M. G. van Heel samengesteld, „het nadeel, dat aan stads- en landschaps- schoon wordt toegebracht, duidelijk demonstreerde." Ook het Bestuurslid van Heemschut, Mr. P. G. van Tienhoven, die onlangs Nederlandsch-lndië bezocht, heeft de totstandkoming van „Indisch Heemschut" krachtig bevorderd. Dat een Open Lucht Museum zal worden gesticht is blijkbaar te danken aan den invloed van den Landvoogd Z. E. Mr. J. P. Graaf van Limburg Stirum, die als Nederlandsch Gezant te Stockholm met het Skansen-museum kennis maakte. Het mag ten zeerste verblijdend heeten, dat ook Nederlandsch-lndië besef van zijn schoonheid begint te krijgen en erkent, dat het behouden van die schoon heid een taak is, die niet langer mag wachten. Blijkbaar zal de Indische Vereeniging trachten te doen, wat bij ons Heemschut, de Oudheidkundige Bond, de Vereeniging tot het behoud van Natuur monumenten en de Vereeniging Nederlandsch Open lucht Museum te zamen verrichten. Haar taak zal dus uitgebreid genoeg zijn en wij mogen verwachten, dat zij ook het instandhouden en aankweeken van volks kunst benevens het instandhouden van volksgebruiken, volksfeesten en volkskleederdrachten daartoe zal rekenen. Misschien is ook het tegengaan van ontsierende reclames en het bevorderen, dat nieuw te stichten gebouwen aan de eischen der schoonheid voldoen, voor Neder landsch-lndië zoo goed als voor Nederland gewenscht. Wij wenschen „Indisch Heemschut" toe, dat het zijn idealen binnen korten tijd verwezenlijkt moge zien en dat het de algemeene sympathie en onder steuning moge vinden, die zijn streven in ieder opzicht verdient. Wanneer wij een vergelijking maken tusschen de totstandkoming van den Bond Heemschut en Indisch Heemschut, dan valt die vergelijking niet ten voordeele van het moederland uit. Immers terwijl de Indische regeering een verblijdende belangstelling getoond heeft bij het oprichten der F

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Bouwwereld 1918-1923 | 1918 | | pagina 3