ia a i beeld gediend hebben voor de volgende herstelling, die pas klaar was toen de oorlog uitbrak. Was men heelemaal zeker dat deze traceeringen van de halle afkomstig waren en niet van de afbraak van het Tempeliershuis ofvan de menigvuldige steenen welke Yper bezat en waarvan bewaarde teekeningen lieten ziendat zij in den stijl der halle gebouwd waren? Ik kan deze vraag niet beantwoorden; wel weet ik dat deze traceeringen oorspronkelijke dertiende- eèuwsche stukken waren eri heel anders van karakter dan de in 1850 aangebrachte. Wat er van zij, de romp van het gebouw was de oorspronkelijke geblevende hoedanigheid van den Bethunschen zandsteen was zoo, dat men niet aandurfde te doen wat men, in de XlXe eeuw zoo graag deed het heele gebouw in een nieuw kleed steken. Willen wij nu de halle verder bekijken? Het zij mij toegelaten hier aan te halen wat ik in een kort geleden verschenen brochure „Vlaamsche bouwkunst" over de halle schreef: - „Wij moeten ons een drukke jaarmarkt inde.nijvere handelsstad inbeelden om goed te kunnen verstaan waarom zoo menigvuldige deuren moeten toegang geven tot de berg- en uitstalplaatsen in de Halle; als wij deze binnentreden zijn wij o.m. verrast door het feit dat de lokalen waar zoo'n rijkdommen opgestapeld 'waren niet met steen overwelfd maar met een houten zóldering afgedekt zijn. (In de'XVIe eeuw werden de zuid- en westvleugel overkluisd, terwijl een gedeelte van den noordvleugel de oorspronkelijke zoldering behouden had.) Het ontbreken van steenen gewelven heeft o.m. als gevolg dat de bouwmeester geen steunbeeren om den druk dier gewelven op te vangen, in zijne architectuur moet opnemen, zoodat hij het vlakke in zijn wand zal kunnen doorvoeren. Dit gebeurt dan ook op normale "a s H B Et t, -■ fi -.i' 7 fflïi V- q DE HALLE. VAN YPEREN VOOR DEN OORLOG STAAT WAARIN DE HALLE VAN YPEREN VERKEERDE IN SEPTEMBER 1917 B B B 0 n o s e B '0 RB9IIBBGDI DBBB BB'l

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Bouwwereld 1918-1923 | 1918 | | pagina 3